intervisie

Wat is intervisie?

In Agile, Basics by Peter

Leestijd: 6 min.

Intervisie is een bijeenkomst waarin een beperkt aantal deelnemers vraagstukken inbrengen om van elkaar te leren. De vragen, inzichten en expertise van anderen helpen je om waardevolle inzichten te krijgen.

In agile werken wordt intervisie ingezet om met een beperkt aantal collega’s of vakgenoten inhoudelijke vragen en problemen in het werk te bespreken. Daarbij staat men stil bij eigen ervaringen en het delen van inzichten.

Het aantal deelnemers aan intervisie is een vaste groep van 4 tot 8 personen. Eventueel kan een facilitator een intervisie sessie begeleiden, maar dat hoeft niet. Intervisie vindt ook remote plaats, waarbij deelnemers op verschillende plaatsen zijn. Voor velen gaat de voorkeur echter uit naar fysiek bij elkaar aanwezig zijn.

Wat is het doel van intervisie?

De doelen van intervisie zijn te verdelen in individuele- en organisatiedoelen.

Individuele doelen

De individuele doelen van de deelnemers zijn bijvoorbeeld:

  • Het verder ontwikkelen van vakmanschap
  • Reflectie op eigen handelen, positie en manier van werken
  • Het verhogen van deskundigheid
  • Inspiratie en collegiale ondersteuning.
  • Verkrijgen van invloed- en positie inzichten.
  • Het eigen denk- en leerproces beter te begrijpen door (zelf)reflectie.
  • problemen op het werk

Persoonlijke doelen liggen altijd in de richting van leren, verbeteren en ontwikkelen. Dit vindt bij intervisie vooral plaats door bewustwording van het eigen handelen. Denk hierbij ook eens aan een persoonlijkheidstest zoals 12personalities, dit zegt veel over jouw stijl en voorkeuren.

Organisatiedoelen

Voor organisaties is het stimuleren van intervisie bijvoorbeeld een goed instrument om de deskundigheid in teams te verbeteren, maar ook om complexe vraagstukken op een andere manier aan te vliegen.

In een intervisie sessie krijgen de deelnemers een probleem van de ‘casehouder’  en alle aanwezigen gaan vragen stellen met een op voorhand bepaalde intervisiemethode.

Men is in een dergelijk intervisie sessie niet op zoek naar de oplossing, maar gezamenlijk tracht men nieuwe inzichten, zienswijzen of een andere manier om naar het probleem te kijken te ontwikkelen. Het is dus geen brainstormsessie!

Intervisie werkt als methode niet goed, wanneer intervisie wordt afgedwongen. De afgedwongen ‘intervisie’ is dan vaak gericht op het bespreken van conflicten, je zou het eigenlijk geen intervisie meer willen noemen. Vrijwillige deelname is een belangrijke voorwaarde van intervisie.

Voorwaarden van intervisie

De belangrijkste voorwaarde van intervisie is vertrouwen. Bij intervisie deelt men (persoonlijke) informatie, stelt zich kwetsbaar op en men hoort ervaringen die in vertrouwen worden verteld. Dat lukt alleen als er vertrouwen is. Bij gelijkwaardige deelnemers is het ‘gemakkelijker’ om te delen.

Een intervisie beslaat veelal een langere periode, met een beperkt aantal vaste deelnemers. De deelnemers hebben een soortgelijke functie en geen hiërarchische relatie. Van groot belang is dat alle deelnemers op vrijwillige basis betrokken zijn bij de intervisie.

Intervisie vraagt om structuur, die op voorhand wordt vastgesteld. Dus het maken van afspraken, zoals spelregels, doelstellingen en de werkwijze. Denk daarbij ook nog even aan de (vaste) tijd, plaats en methode. Overigens is het nakomen van de afspraak veelal een bottleneck. De dagelijkse werkdruk zorgt ervoor dat aan de intervisie afspraak helaas regelmatig op het allerlaatste moment een lagere prioriteit wordt toegekend.

De intervisiegroep maakt vooraf afspraken over de spelregels, de doelstellingen en de werkvorm van intervisie. Een intervisiegroep heeft 4 tot 8 deelnemers, Ze hebben een overeenkomstig beroep of functie, maar geen directe werk- of gezagsrelatie. Het proces vraagt van de deelnemers de nodige (basis) communicatievaardigheden.

Wat leer je individueel door intervisie?

Vanzelfsprekend vraag intervisie van alle deelnemers om de nodige basisvaardigheden. Je dient immers ook een bijdrage te leveren aan de gezamenlijke intervisie. Als je actief deelneemt aan intervisie zijn een aantal leerervaringen mogelijk, zoals:     

  • Inzichten in de eigen sterke en zwakkere kanten door reflectie.
  • Creatief en innovatief denken.
  • Toevoegen van gedragscomponenten, zoals communicatieve vaardigheden. Bijvoorbeeld goede vragen leren stellen. Ook wel LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen.
  • Gezamenlijke reflectie bevordert empathie.
  • Beter samen te werken, door meer inzicht in elkaars uitdagingen.
  • Het inzetten van creativiteit bij het oplossen van problemen.

Werkwijze intervisie algemeen

Zoals aangegeven zijn er meerdere intervisiemethoden, allen kennen echter een soort basisindeling.

In hoofdlijnen werkt intervisie als volgt. De deelnemers brengen vraagstukken in. Er wordt eventueel gekozen hoeveel en welke vraagstukken in de beschikbare tijd worden besproken. Daarna wordt het eerste vraagstuk of ervaring besproken. De inbrenger bepaalt hoe lang en hoe diep er over gesproken kan worden. Alle anderen stellen vragen, geven feedback, suggesties en eventueel oplossingsrichtingen. De inbrenger vat alles samen en geeft aan wat wordt meegenomen en waar aandacht aan zal worden gegeven. Dan start de volgende inbrenger.

De agenda ziet er dus min of meer als volgt uit:

  • Voorbereiden
  • Introductie
  • Uitkiezen vraagstuk
  • Analyseren door vragenronde
  • Bewustwording
  • Aanbevelingen
  • Evaluatie, feedback en vervolgafspraken

Deze werkwijze is dermate algemeen dat deze niet verder wordt toegelicht.

Intervisiemethoden

Er zijn inmiddels veel intervisiemethoden ontwikkelt. In het onderwijs is het heel gebruikelijk om al intervisie toe te passen. Een paar voorbeelden van veel gebruikte methoden zijn:

  • Incidentmethode
  • Balint-methode, een intervisiemethode die inzicht geeft in de eigen blinde vlekken
  • Socratische methode, een methode van geen antwoorden geven, maar vragen stellen voor een confrontatie met de eigen overtuigingen.
  • Roddelmethode, dit is een intervisiemethode waarin men bewust wordt van eigen denken, voelen en handelen.

In dit artikel wordt de incidentmethode beschreven. Een intervisiemethode die eenvoudig is toe te passen. Andere intervisiemethoden worden later beschreven.

Intervisie checklist

Wellicht de belangrijkste check is of er voldoende veiligheid is om behoeften, zwaktes en fouten toe te geven! Dat is de eerste keer best spannend voor een groep die elkaar nog niet zo goed kent, in oranje organisaties kan dit best een drempel zijn. Ervan uitgaande dat dit in orde is dan zou je de volgende checklist kunnen hanteren.

  • Is het een vaste of wisselende groep?
  • Voldoende deelnemers? Idealiter 5 tot 8.
  • Heb je een comfortabele of ontspannende ruimte geregeld?
  • Is er een facilitator nodig die het proces begeleidt?
  • Doet iedereen vrijwillig mee?
  • Maak een vertrouwelijkheidsafspraak (besprokene blijft binnen de groep)
  • Iedereen heeft recht op tijd, het is geen plicht. Deelname impliceert echter ook dat je er niet altijd alleen maar bent om te luisteren. Ook jij mag delen en je kwetsbaar opstellen.
  • Alle deelnemers luisteren naar elkaar, ondersteunen en dagen uit. Men spreekt geen oordeel uit.

Welke regels hanteert de groep nog meer? Denk aan: 

  • Zijn er afspraken over de methodiek en doelen?
  • Mag men experimenteren?

De intervisie sessie volgens de incidentmethode of de probleemoplossende methode

De werkwijze van de incidentmethode is vrij eenvoudig, daarom is de een van de meest gebruikte vormen om als intervisie groep mee te starten. De totale tijdsduur is ca. 50 minuten, dit valt dus zeer goed in te plannen in een tijdsblok van een 1 uur.

1. Introductie

Een ontspannen introductie, ‘setting the stage’. Hierin kunnen ook nog de afspraken van bovenstaande checklist nog even worden aangestipt.

2. Inbrengen case

De inbrenger beschrijft kort en feitelijk de situatie en zijn vraag. Hiervoor is 3 minuten beschikbaar. Als inbrenger doe je er dus verstandig aan om na te denken over wat je wilt zeggen. Een goede inleiding maakt de case makkelijker. Dit doe je door jouw ervaring te bespreken, waarom je deze ervaring inbrengt en wat je verwacht van de anderen.

3. Probleemverkenning

Voor probleemverkenning staat 5 minuten. In stilte nemen de overige deelnemers de tijd om hun vragen te noteren. Het is niet de bedoeling dat men direct vragen gaat stellen tijdens de inbreng van de case, even goed nadenken over wat er verteld is brengt vaak wijzere vragen. Sommigen slaan deze stap over en starten met de volgende stap. Of dit wijs is bepaald de groep zelf.

4. Het verzamelen van de feiten

Vrijwel altijd zijn er veel vragen te stellen op de ingebrachte case. Neem hier circa 15 minuten de tijd voor. Dit doe je door open vragen te stellen. Het is niet de bedoeling dat je advies gaat geven, ook suggestieve vragen (zoals, vind je ook niet dat… ‘oplossing’) is ongewenst.  De juiste open vragen zijn gericht op de context, de overtuigingen, de normen en waarden, de bijkomende gevoelens en de houding. Vanzelfsprekend zullen er andere vragen gesteld kunnen worden, maar de juiste vraag helpt een ander te reflecteren.

5. Reflectie en waarneming

De inbrenger kiest welke vragen beantwoord worden, dit zijn vaak de vragen die ‘iets los maken’. De deelnemers mogen doorvragen als het antwoord niet duidelijk is. Ga echter niet op zoek naar het antwoord op de door jou gestelde vraag, vooral niet als jouw vraag niet gekozen is.

6. Analyse

De groepsleden gaan na de vragen gesteld te hebben met elkaar de kern van het probleem te achterhalen door een analyse van de input te maken. Neem voor de analyse fase 10 minuten.

7. Adviesronde.

Elke deelnemer formuleert afzonderlijk wat volgens hem/haar de analyse van de leersituatie is, idealiter verwoord je dit alsof jezelf de inbrenger bent geweest.  De deelnemers geven de inbrenger tips over hoe het doel gerealiseerd kan worden. Neem voor de adviesronde ook 10 minuten de tijd.

8. Keuze oplossingsrichtingen

Voordat er gekozen wordt, controleeert men of er voldoende is gezegd en of dat er nog iets ontbreekt. Stel vragen als: ‘wat houd je tegen’, ‘wat heb je nodig’, ‘klopt de genoemde doelstelling nog?’

9. Afronding

De inbrenger geeft aan welke analyses aanspreken en waarom. Dan geeft de inbrenger aan. Bijvoorbeeld overeenkomstig de 5w2H methode op welke wijze het doel verwezenlijkt kan worden of welke stap in de juiste richting wordt ondernomen. Tot slot worden de afspraken gemaakt en afgerond. Vergeet bij de afspraken niet dat de inbrenger de volgende keer terugkoppelt hoe het is verlopen..

Meer intervisie?

Meer intervisievormen? Deze volgen spoedig, houd deze site in de gaten!