Een aanvulling op het artikel Velocity. Nog meer metrics die bij de metric Velocity thuishoren. Variantie, standaard deviatie en voorspelbaarheid. Echt iets voor de liefhebbers van metrics.
Velocity – variantie en standaarddeviatie
Klik voor het basisartikel over Velocity
Variantie van Velocity
Teams zouden idealiter een redelijk constante snelheid moeten hebben, het liefst met een geleidelijk toenemende snelheid. De harde werkelijkheid is dat je mogelijk grote hiaten en pieken tegenkomt. Dit is vanzelfsprekend geen fijn signaal.
De controle die je kunt toepassen is te kijken naar de variantie van de velocity. Neem hiertoe het gemiddelde van een aantal sprints, 5 tot 6 sprints geeft je een prima voortschrijdend gemiddelde.
Neem vervolgens het verschil in snelheid van elke sprint t.o.v. het gemiddelde en bereken het verschil. Doordat je ze kwadrateert zijn er geen negatieve cijfers meer. Voeg deze kwadratische verschillen samen en deel door het aantal verschillen. Dit geeft je je variantie van velocity.
Standaarddeviatie Velocity
Als je de standaardafwijking wilt gebruiken (een gebruikelijk cijfer dat wordt gebruikt in statistieken), neem je gewoon het kwadraat van de afwijking, tel de verschillen op en neem je de vierkantswortel van de variantie. Dit annuleert de toename in grootte die je hebt door de verschillen te kwadrateren.
Als je bovenstaande direct begrijpt ben je vrij goed in statistiek, ik heb voor gemak een rekenvoorbeeld toegevoegd
Rekenvoorbeeld
De gemiddelde snelheid van een team is 35 punten. Tijdens de laatste vier sprints was de snelheid 30, 40, 35 en 15.
Trek elk getal van het gemiddelde en kwadrateer het verschil.
- dus 35 – 30 is 5, kwadraat is 25.
- en 35 – 40 is -5, kwadraat is 25.
- vervolgens 35 – 35 is 0, kwadraat is 0.
- tot slot 35 min 15 is 20, kwadraat is 400.
Als je deze getallen optelt, je krijgt 25 + 25 + 0 + 400 = een variantie van 450. Dit is een hoog getal, dus je zou vaak de standaardafwijking (wortel van 450) van ongeveer 21 nemen. De standaarddeviatie van velocity is dus 21, Dat is een behoorlijk hoog aantal voor een gemiddelde van 35, dus het is wijs om als team na te denken over hoe het een meer consistente snelheid kan krijgen.
Pas op voor te snelle conclusies!
Vanzelfsprekend is bovenstaande rekenvoorbeeld bewust een beetje opgerekt, het ‘probleem’ lijkt zich namelijk voort te vloeien uit de laatste Sprint. Blijf dus wel nadenken, want het lijkt er meer op dat tijdens de laatste Sprint iets bijzonder is gebeurt. Het onderwerp variantie en standaardafwijking bespreken zou dus ook misplaatst kunnen zijn.
Verlies het doel: een redelijk constante snelheid dus niet uit het oog. Metrics zijn bedoeld om feiten en oorzaken door het team te laten bespreken.
Velocity – Voorspelbaarheid
Een andere interessante statistiek is de mate waarin de gerealiseerde Velocity overeenkomt met de realisatie van het team. De voorspelbaarheid!
Als het team in de Sprint Planning bijvoorbeeld 22 werkpunten in de Sprint plaatst, maar vervolgens 26 (of 18) punten oplevert, is dat een interessant gegeven. Een keer afwijken is toeval, twee keer is opmerkelijk en drie keer is een patroon. Zodra het een patroon is, kan er wat meegedaan worden.
Waarom is voorspelbaarheid van Velocity belangrijk?
Het team zou moeten werken aan een voorspelbaar, duurzaam tempo. Want ook dat is agile werken, langdurig het tempo kunnen volhouden.
Het berekenen van voorspelbaarheid kent ook een risico, het kan worden gebruikt als een middel om het team aan te vallen voor een slecht (in)schattingsvermogen. Echter zijn er te veel factoren die de schatting (en de snelheid) van een team kunnen beïnvloeden. Een aantal factoren zijn intern, maar veel ervan zijn extern.
Hoe voorspelbaarheid te meten?
Om de voorspelbaarheid van Velocity te meten, neem je gewoon het verschil tussen de geplande punten en de voltooide punten. Voor teams met een ongewoon hoge of lage snelheid in het algemeen kan je een correctie toepassen. Je hanteert dan een deel van de punten. Om dit mogelijk te maken, converteer je het getal naar een percentage door het in snelheid te delen en het met 100 te vermenigvuldigen.
Voorbeeld: een team plant 35 punten in een sprint en levert 32 punten op. Ze komen 3 punten tekort, of als een percentage, 8,6% (3/35 * 100). In de volgende sprint plannen ze 32 punten en leveren ze 34 punten af. Ze overleveren 2 punten, of als een percentage, 6,25% (2/32 * 100). Bij voorkeur blijven deze cijfers binnen het team!