Cognitive biases van Teveel informatie

Cognitive Biases van Teveel informatie

In Advanced, Agile by Peter

Leestijd: 12 min.

In dit artikel worden 42 biases beschreven die gerelateerd zijn aan het verwerken van teveel informatie of informatie overload.

Bij het verwerken van informatie verwijderen we belangrijke feiten. Waardoor men minder rationeel is dan men denkt. De Cognitive Biases Codex beschrijft ruim 180 verschillende biases.

Om de ruime hoeveelheid biases te kunnen rangschikken heeft men 4 categorieën beschreven. Deze 4 categorieën zijn: teveel informatie, gebrek aan betekenis, de noodzaak om snel te handelen en wat moet onthouden worden? Alle categorieën zijn beschreven in separate artikelen, de links hiervoor staan onderaan in dit artikel.

In dit artikel worden 42 biases beschreven die horen bij ‘informatie overload – teveel informatie’. In onderstaande afbeelding wordt dit getoond als deel 1.

Er sprake van een bijzondere nummering! Per categorie en gedragscomponent zal er over meerdere artikelen een uniek nummer worden gebruikt. De redenen hiervoor zijn: dat het gemakkelijker is om te zoeken en omdat het aantal biases nog steeds toeneemt. Deze kunnen dan later kunnen worden toegevoegd.

Cognitive Bias - Teveel Informatie

Voor een algemene toelichting lees je eerst het artikel: Wat is cognitive bias?

Inhoudsopgave

Categorie 1: Teveel informatie – informatie overload

Iedereen ervaart een continue informatiestroom, om deze enorme informatiestroom te kunnen verwerken gebruiken mensen shortcuts. In het kader van de categorie ’teveel informatie’ zijn er 5 gedragscomponenten die relevant zijn:

  1. Informatie die al in je geheugen staat of vaak herhaald wordt, valt ons eerder op. Iets wat recentelijk in het geheugen is geladen merken we ook eerder op.
  2. Bizarre, grappige, visueel opvallende of antropomorfe dingen vallen meer op dan niet-bizarre of niet-zinvolle dingen.
  3. Het valt ons op als er iets verandert.
  4. We worden aangetrokken tot details die onze eigen bestaande overtuigingen bevestigen.
  5. We merken gemakkelijker gebreken bij anderen op dan dat we stromingen bij onszelf opmerken.

Voor alle duidelijkheid, deze gedragscomponenten zijn niet goed of slecht te noemen. We hanteren short cuts omdat we zo geëvolueerd zijn. Het is echter handig om ze te herkennen, zodat je weet dat keuzes en beslissingen minder rationeel zijn dan je wellicht denkt.

De bronnen van onderstaande informatie zijn o.a: de Codex, Wikipedia en (wetenschappelijke) artikelen. Elke bias kan echter verder uitgediept worden door zelf te Googlen.

1.1 Informatie die al in je geheugen staat of vaak herhaald wordt, valt het ons eerder op. Iets wat recentelijk in het geheugen is geladen merken we ook eerder op. 12 biases:

1.1.1 Beschikbaarheid Heuristiek – Availability heuristic:

Beschikbaarheid heuristiek is een mentale snelkoppeling die zich baseert op onmiddellijke voorbeelden, die iemand te binnen schieten bij het evalueren van een specifiek onderwerp, concept, methode of beslissing.

De beschikbaarheid heuristiek berust op de gedachte dat als men zich iets kan herinneren, het belangrijk moet zijn, of op zijn minst belangrijker dan alternatieve oplossingen die men zich niet zo gemakkelijk herinnert.

ls gevolg daarvan hebben mensen, onder de beschikbaarheid heuristiek, de neiging om hun oordeel zwaarder te laten wegen in de richting van recentere informatie, waardoor nieuwe meningen vooringenomen zijn in de richting van dat laatste nieuws.

1.1.2 Aandachtsbias – Attentional Bias

Aandachtsbias is De neiging van mensen om hun waarneming te laten beïnvloeden door hun op dat moment terugkerende gedachten.

Aandachtsbiases kunnen verklaren hoe de perceptie van een persoon wordt beïnvloed door selectieve factoren in hun aandacht. Er is dan geen ruimte voor alternatieve mogelijkheden, omdat specifieke gedachten de gedachtegang op een bepaalde manier sturen.

Rokers hebben bijvoorbeeld de neiging een voorkeur te hebben voor sigaretten en andere rookgerelateerde signalen om hen heen, vanwege de positieve gedachten die zij al hebben toegeschreven aan roken en de signalen waaraan zij tijdens het roken werden blootgesteld. Men stelt dat de hersenen van rokers een verandering in de beloningsgevoeligheid hebben.

Aandachtsbias heeft ook een verband met angst en depressie.

1.1.3 Illusoire waarheidseffect – illusory thruth effect :

Ilusoire waarheidseffect is de neiging om te geloven dat informatie juist is na herhaalde blootstelling.

Wanneer de waarheid wordt beoordeeld, vertrouwen mensen erop of de informatie overeenkomt met hun begrip of als het vertrouwd aanvoelt. De eerste voorwaarde is logisch, omdat mensen nieuwe informatie vergelijken met wat zij al weten dat waar is.

Herhaling maakt uitspraken echter gemakkelijker te verwerken in vergelijking met nieuwe, niet herhaalde uitspraken. Waardoor mensen geloven dat de herhaalde conclusie meer waarheidsgetrouw is.

In diverse onderzoeken is gebleken dat hoe meer valse verklaringen werden getoond aan deelnemers, hoe groter de kans dat ze deze als waar of echt beoordeelden. De meeste mensen gaan vaak herhaalde informatie geloven.

Toch is deze biases ook nuttig, het is namelijk ook een snelkoppeling om de waarheid te achterhalen.

1.1.4 Loutere Blootstellingseffect – Mere exposure effect:

Loutere Blootstellingseffect is een psychologisch fenomeen waarbij mensen de neiging hebben een voorkeur te ontwikkelen voor dingen, alleen omdat ze er bekend mee zijn.

We geven voorkeur aan dingen die we eerder (onbewust) hebben waargenomen. Er zijn hier 2 theorieën over. Als we iets eerder hebben gezien:

  • Voelen we ons minder onzeker.
  • Zijn ze gemakkelijker te interpreteren.

In studies over interpersoonlijke aantrekkingskracht blijkt dat hoe vaker een persoon door iemand wordt gezien, hoe aardiger en sympathieker die persoon lijkt te zijn.

1.1.5 Context Effect:

Context effect is een aspect van de cognitieve psychologie dat de invloed beschrijft van omgevingsfactoren op iemands perceptie van een stimulus. 

Omgevingsfactoren (context) beinvloedt hoe een gebeurtenis wordt waargenomen. Een gebeurtenis zal gunstiger worden ervaren en herinnerd als de omgeving aantrekkelijk en/of comfortabel is.

Dit fenomeen o.a. gebruikt bij positionering vraagstukken. Iedereen kent wel een fijne stad, interessante winkel of een leuk eettentje. En ben je er al meerdere keren geweest of staat het nog in de planning?

1.1.6 Hulpmiddelen-afhankelijk vergeten – Cue dependent forgetting:

Hulpmiddelen-afhankelijk vergeten is het onvermogen om informatie terug te halen zonder geheugenmiddelen (cues).

Informatie die in het geheugen is opgeslagen, wordt teruggehaald door associatie met andere herinneringen. Sommige herinneringen kunnen niet worden opgeroepen door er alleen maar aan te denken. Men moet eerder denken aan iets dat ermee geassocieerd is.

1.1.7 Stemmings-Congruent Geheugen bias – Mood-Congruent memory bias:

Stemmings-congruent geheugen bias is het beter terughalen van informatie die overeenkomt met iemands huidige stemming.

1.1.8 Frequentie Illusie – Frequency illusion:

Frequentie illusie is de illusie waarbij een woord, een naam of iets anders dat onlangs onder iemands aandacht is gekomen, kort daarna plotseling met een onwaarschijnlijke frequentie lijkt te verschijnen.

1.1.9 Baader-Meinhof Fenomeen – Baader-Meinhof Phenomenon:

Het Baader-Meinhof fenomeen is het best te omschrijven als een frequentie Illusie toegepast op iets dat je net geleerd hebt.

1.1.10 Empathie kloof – Empathy gap:

Empathie kloof is een cognitieve bias waarbij mensen de invloeden van viscerale drijfveren op hun eigen attitudes, voorkeuren, en gedrag onderschatten. Deze bias heet ook wel de warmte-koude empathiekloof.

A) Van Warm-naar-koud: Mensen onder invloed van viscerale factoren (warm) beseffen niet volledig hoezeer hun gedrag en voorkeuren worden gedreven door hun huidige toestand; zij denken in plaats daarvan dat deze kortetermijndoelen hun algemene en lange termijnvoorkeuren weerspiegelen.

B) Van koud-naar-warm: Mensen in een koude toestand hebben moeite zich een voorstelling te maken van zichzelf in een warme toestand, waardoor de motiverende kracht van viscerale impulsen wordt geminimaliseerd. Dit leidt tot onvoorbereidheid wanneer viscerale krachten onvermijdelijk de kop opsteken.

Deze bias is bijvoorbeeld te herkennen aan dat men allerlei voornemens heeft, start en dan opgeeft en opnieuw start en weer opgeeft.

Als men zich comfortabel voelt is het gemakkelijk om iets te willen gaan doen, maar we zijn slecht in staat om te voorspellen wat je gaat denken, willen, voelen en doen als je straks geconfronteerd wordt met de daadwerkelijk toestand. Zeker als deze heftig aanvoelt denk dan aan honger, dorst, pijn, emoties of sociale druk.

1.1.11 Omissie Vooroordeel – Omission Bias:

Ommissie vooroordeel is de tendens om schadelijke acties als slechter, of minder moreel te beoordelen dan even schadelijke omissies (inacties) omdat acties duidelijker zijn dan inacties. Deze Biase is Controversieel.

Een voorbeeld hiervan is de beslissing van ouders om het een kind niet in te laten enten uit angst dat het kind door de inenting overlijd. Terwijl de kans dat de vaccinatie dodelijk is, veel kleiner is dan de overlijden aan de ziekte die met wilt voorkomen door de enting.

1.1.12 Basistarieffout – Base rate fallacy:

Basistarieffout is als volgt te omschrijven: indien aan elkaar gerelateerde basisinformatie (d.w.z. algemene, algemene informatie) en specifieke informatie (informatie die slechts op een bepaald geval betrekking heeft) wordt gepresenteerd, heeft het verstand de neiging de eerste te negeren en zich op de tweede te concentreren.

De base rate fallacy is een bekend fenomeen en gerelateerd aan wiskunde. Men trekt regelmatig de verkeerde conclusie, omdat men cijfers onjuist interpreteert.

Het beste voorbeeld hiervan zijn loterijen. Men kent vaak de kans om te winnen niet, maar men kent wel iemand (via via) die gewonnen heeft. Of men stelt dat er elke keer wel iemand wint.

Verwant: Conservatisme

1.2. Bizarre, grappige, visueel opvallende of antropomorfe dingen vallen meer op dan niet-bizarre of niet-zinvolle dingen. 6 biases:

1.2.1 Bizarheidseffect – Bizarreness effect:

Bizarheidseffect is de neiging van mensen om bizar materiaal beter onthouden dan gewoon materiaal.

1.2.2 Humor Effect:

Het humor effect is de neiging om humoristische items beter te onthouden dan niet-humoristische.

1.2.3 Von Restorff Effect (Isolatie Effect):

Het Von Restorff-effect voorspelt dat wanneer meerdere homogene stimuli worden gepresenteerd, de stimulus die verschilt van de rest, meer kans heeft om te worden onthouden.

Dit principe wordt veel gebruikt in marketing. Je wilt iets kopen, je kunt kiezen uit vier varianten, maar één variant heeft een andere kleur. En dan staat er ook nog: veel gekozen bij… Wat kies jij?

1.2.4 Beeldsuperioriteitseffect – Picture superiority effect:

Het beeldsuperioriteitseffect is het fenomeen waarbij afbeeldingen en foto’s eerder worden onthouden dan woorden.

1.2.5 Zelf-Relevantie Effect – Self-Reference Effect:

Zelf-relevantie effect is de neiging van individuen om een beter geheugen te hebben voor informatie die betrekking heeft op zichzelf in vergelijking met materiaal dat minder persoonlijke relevantie heeft.

1.2.6 Negativiteits vooroordeel – Negativity bias:

Negativiteits vooroordeel is de opvatting dat, zelfs bij gelijke intensiteit, dingen van negatievere aard (bijv. onaangename gedachten, emoties of sociale interacties; schadelijke/traumatische gebeurtenissen) een groter effect hebben op iemands psychologische toestand en processen dan neutrale of positieve dingen.

Kortom, negatieve ervaringen hebben meer impact dan positieve ervaringen. Gerelateerd. Verliesaversie

1.3 Het valt ons op als er iets verandert. 8 biases:

1.3.1. Verankering – Anchoring:

Verankering is een cognitieve bias die de algemene menselijke neiging beschrijft om te zwaar te vertrouwen op het eerste stukje aangeboden informatie (het ‘anker’) bij het nemen van beslissingen.

1.3.2 Conservatisme – Conservation:

Conservatisme is een vooroordeel in de menselijke informatieverwerking, dat verwijst naar de neiging om iemands overtuiging onvoldoende te herzien, wanneer men nieuw bewijs krijgt aangereikt.

Wiskundig gezien over-wegen mensen de voorafgaande verdeling (basistarief) en onder-wegen zij nieuw bewijsmateriaal uit de steekproef.

Gerelateerd. Basistarief-fallacy

1.3.3 Contrast Effect:

Contrast effect is de verbetering of vermindering, ten opzichte van normaal, van perceptie, cognitie of verwante prestatie als gevolg van opeenvolgende (onmiddellijk voorafgaande) of gelijktijdige blootstelling aan een stimulus van mindere of grotere waarde in dezelfde dimensie.

Een voorbeeld. Een persoon zal meer of minder aantrekkelijk lijken dan die persoon op zichzelf is, wanneer hij onmiddellijk voorafgegaan wordt door, of gelijktijdig vergeleken wordt met, respectievelijk, een minder of meer aantrekkelijke persoon.

1.3.4 Distinctie Bias – Distinction effect:

Distincitie bias is de neiging om twee opties als meer onderscheidend te zien wanneer ze gelijktijdig worden geëvalueerd dan wanneer ze afzonderlijk worden geëvalueerd.

Voorbeeld. Om deze bias te vermijden, vergelijk je bijvoorbeeld twee banen of huizen beter niet rechtstreeks met elkaar. Beschouw in plaats daarvan elke baan, of elk huis, afzonderlijk en maak een algemene beoordeling van elke baan afzonderlijk, en vergelijk vervolgens de beoordelingen, waardoor je een keuze kunt maken die de toekomstige ervaring nauwkeurig voorspelt.

1.3.5 Focus Effect – Focusing effect:

Foucs effect is een cognitieve bias die optreedt wanneer mensen te veel belang hechten aan slechts één aspect van een evaluatie, waardoor een fout ontstaat bij het nauwkeurig voorspellen van het nut van een toekomstige uitkomst. Voorbeelden:

  • Het is zonniger in het zuiden van Europa, dus mensen moeten daar gelukkiger zijn.
  • Een baan die meer geld oplevert moet beter zijn.

1.3.6 Framing Effect:

Framing effect is een cognitieve bias waarbij mensen op verschillende manieren reageren op een bepaalde keuze, afhankelijk van hoe deze wordt gepresenteerd; bijv. als een verlies of als een winst.

1.3.7 Geld Illusie – Money illusion:

Geld Illusie is de neiging van mensen om aan valuta te denken in nominale in plaats van reële termen. Met andere woorden, de numerieke/gezichtswaarde (nominale waarde) van geld wordt verward met zijn koopkracht (reële waarde) op een eerder punt in het algemene prijspeil (in het verleden).

Een voorbeeld: een huis kostte vroeger fl. 44.000,- dat is slechts €20.000,- De denkfout die dan zou kunnen ontstaan is dat men dit bedrag vergelijkt met de huidige huizenprijzen en dit niet met in relatie brengt met het inkomen.

1.3.8 Wet van Weber-Fechner – Weber-Fechner law

De Wet van FeberWechner stelt dat de subjectieve gewaarwording evenredig is met de logaritme van de stimulusintensiteit. Een andere manier om te stellen is dat de verandering in een stimulus die net merkbaar zal zijn een constante verhouding is van de oorspronkelijke stimulus. Dit noemt men ook Numerieke Cognitie. Een voorbeeld:

Psychologische studies tonen aan dat het steeds moeilijker wordt om twee getallen te onderscheiden naarmate het verschil tussen die getallen kleiner wordt.

Dit kan verklaren waarom consumenten niet rondkijken om een klein percentage te besparen op een grote aankoop, maar wel rondkijken om een groot percentage te besparen op een kleine aankoop die een veel kleiner absoluut bedrag vertegenwoordigt.

1.4 We worden aangetrokken tot details die onze eigen bestaande overtuigingen bevestigen. 13 biases:

1.4.1 Bevestigingsvooringenomenheid – Confirmation Bias:

Bevestiging bias is de neiging om informatie te zoeken, te interpreteren, te bevoordelen en zich te herinneren op een manier die iemands reeds bestaande overtuigingen of hypotheses bevestigt.

1.4.2 Congruentie Vooringenomenheid – Congruence bias:

Congruentie vooringenomenheid is een soort cognitieve bias vergelijkbaar met confirmation bias. Congruentie vooringenomenheid ontstaat doordat mensen te veel vertrouwen op het direct testen van een bepaalde hypothese en het indirect testen verwaarlozen.

Een voorbeeld: In een experiment zal een proefpersoon zijn eigen meestal naïeve hypothese steeds opnieuw testen in plaats van te proberen deze te weerleggen.

1.4.3 Rationalisatie na aankoop – Post-purchase rationalization:

Rationalisatie naar aankoop is de neiging om met terugwerkende kracht positieve eigenschappen toe te schrijven aan een optie die men heeft gekozen.

1.4.4 Keuze ondersteunende bias – Choice-support bias

Keuze ondersteunende bias is in de cognitieve wetenschap een voorspelbare manier waarop herinneringen aan keuzeopties worden vervormd, dat positieve aspecten de neiging hebben te worden herinnerd als deel van de gekozen optie, ongeacht of zij oorspronkelijk deel uitmaakten van die optie, en negatieve aspecten de neiging hebben te worden herinnerd als deel van afgewezen opties.

1.4.5 Selectieve perceptie – selective perception:

Selectieve perceptie is de neiging om stimuli die emotioneel ongemak veroorzaken en in tegenspraak zijn met onze eerdere overtuigingen, niet op te merken en sneller te vergeten. Gerelateerd. Struisvogeleffect, Normaliteitsvooroordeel

1.4.6 Waarnemer-Expectatie effect – Observer-expectancy effect

Waarnemer-expectatie effect is een vorm van reactiviteit waarbij de cognitieve bias van een onderzoeker ervoor zorgt dat hij de deelnemers aan een experiment onbewust beïnvloedt.

1.4.7 Experimentator Bias – Experimenter’s Bias:

Experimentator Bias: wanneer de verwachtingen van de experimentator met betrekking tot de onderzoeksresultaten de onderzoeksresultaten beïnvloeden.

1.4.8 Waarnemer effect – Observer bias

Wanneer de verwachtingen van de observant de onderzoeksresultaten beïnvloeden.

1.4.9 Verwachtingen effect – Expectation Bias:

Wanneer de verwachtingen van de experimentator over de onderzoeksresultaten de onderzoeksresultaten vertekenen.

1.4.10 Struisvogel Effect – Ostrich effect:

Struisvogel effect is: het vermijden om zichzelf bloot te stellen aan informatie waarvan men vreest dat het psychologisch ongemak kan veroorzaken. Verwant. Normaliteitsvooroordeel, Selectieve Waarneming

1.4.11 Subjectieve Validatie – Subjective validation

Subjectieve validatie, ook bekend als Persoonlijk Validatie Effect: Een cognitieve bias waardoor een persoon een uitspraak of een ander stuk informatie als correct zal beschouwen als het voor hem of haar een persoonlijke betekenis of betekenis heeft.

Met andere woorden, een persoon wiens mening wordt beïnvloed door subjectieve validatie zal twee gebeurtenissen die niets met elkaar te maken hebben (d.w.z. een toeval) als met elkaar in verband zien omdat zijn persoonlijke overtuiging vereist dat zij met elkaar in verband staan.

Hieraan gerelateerd is het Forer Effect: Een veel voorkomend psychologisch verschijnsel waarbij individuen een hoge accuraatheid geven aan beschrijvingen van hun persoonlijkheid die zogenaamd specifiek op hen zijn toegesneden, maar die in feite vaag en algemeen genoeg zijn om op een breed scala van mensen van toepassing te zijn.

1.4.12 Voortgezet Invloedseffect – Continued influence effect:

Voortgezet invloedseffect is de neiging om eerder aangeleerde verkeerde informatie te geloven, zelfs nadat deze is gecorrigeerd.

Verkeerde informatie kan nog steeds de gevolgtrekkingen beïnvloeden die men maakt nadat een correctie heeft plaatsgevonden. Is tevens een subset van conservatisme.

1.4.13 Semmelweis Reflex:

Semmelweis effect is de reflexachtige neiging om nieuw bewijs of nieuwe kennis af te wijzen omdat het in strijd is met gevestigde normen, overtuigingen of paradigma’s.

1.5 We merken gemakkelijker gebreken bij anderen op dan dat we stromingen bij onszelf opmerken. 3 biases:

1.5.1 Vooringenomen Blinde Vlek – Bias blind spot:

De vooringenomen blinde vlek is de cognitieve bias van het herkennen van de impact van biases op het oordeel van anderen, terwijl men de impact van biases op het eigen oordeel niet ziet.

Verwant. Introspectie Illusie: Een cognitieve bias waarbij mensen ten onrechte denken dat ze direct inzicht hebben in de oorsprong van hun mentale toestanden, terwijl ze de introspecties van anderen als onbetrouwbaar behandelen. Ook Actor-Observer Bias, Fundamental Attribution Error, Ultimate Attribution Error, Positivity Effect

1.5.2 Naïef Cynisme:

Naïef cynisme is een cognitief bias en vorm van psychologisch egoïsme dat optreedt wanneer mensen naïef meer egocentrische vooringenomenheid bij anderen verwachten dan in werkelijkheid het geval is.

1.5.3 Naïef Realisme:

Naïef Realisme is de menselijke neiging om te geloven dat we de wereld om ons heen objectief zien en dat mensen die het niet met ons eens zijn wel ongeïnformeerd, irrationeel, of bevooroordeeld moeten zijn. Verwant. Valse Consensus Effect, Acteur-waarnemer Vooringenomenheid, Fundamentele Attributiefout, Vooringenomen Blinde Vlek, Ultieme Attributiefout

Samenvatting

In dit artikel zijn 42 biases beschreven, die volgens de Cognitive Bias Codex gerelateerd zijn aan het verwerken van te veel informatie.

Cognitive Bias - Teveel informatie - 5 gedragscomponenten

We hebben geleerd om short cuts toe toepassen, maar daar gaat het regelmatig mis. bij het verwerken van informatie verwijderen we belangrijke feiten. We maken denkfouten, terwijl we ons daar veelal niet van bewust zijn.

Als je deze biases in jouw omgeving tegenkomt, herken je ze wellicht. Dat is handig, want o.b.v. deze 42 biases weet je nu dat keuzes en beslissingen minder rationeel zijn dan je wellicht dacht.

Wist je overigens dat veel biases worden gebruikt in neuro marketing? Dan zet men juist in op beïnvloeding van vooroordelen, omdat deze bekende gedragscomponenten kunnen helpen bij het verleiden tot een (extra) aankoop.

Tot slot

Alle 180+ biases van de Codex worden beschreven in de volgende artikelen:

Het basis artikel: Wat is cognitive bias?
42 Cognitive biases van Teveel informatie. Dit artikel.
63 Cognitive biases van Gebrek aan betekenis.
47 Cognitive biases van de Noodzaak om snel te handelen.
31 Cognitive biases van Wat moet onthouden worden?

Eveneens interessant is het artikel Wat is de cognitive load theorie?